VOORWOORD

Mijn corrector schreef een voorwoord tot mijn nieuwe roman. Je zou goesting krijgen om het verhaal te lezen! Dit kan vanaf 23 oktober, volgens mijn uitgeverij... Hier volgt het voorwoord:

Dat je van Geert kon
verwachten dat hij een historische roman zou lammeren ligt voor de hand. In
dergelijk werk kon hij zijn liefde voor zijn stad, zijn mateloze fantasie en
droomwereld, zijn grenzeloze beheersing van de Nederlandse taal en woordenschat
kwijt. Geert heeft zich gegeven…

Daarbij is hij ook
nog eens een bezige bij getekend door een heldere visie. Hij hoort bij die
actieven die blijven vliegen met alle vluchten, die varen met alle vaartuigen,
die zwemmen in alle bibliotheken, die rusten in alle zetels.

Wel staat vast dat
Geert een boeiende verteller is. Hij
vertoont telkens de behoefte meer uitleg te brengen, alles haarfijn uit te
leggen.

Je voelt bij hem de
behoefte aan volledigheid. Hij is zeker de kampioen van de wistjedatjes…
Bovendien is hij een goede observeerder van de kleinste zaken; hierbij voelen
we menigmaal de dichter die Geert toch ook is. Dit is bijzonder goed te merken
als hij het heeft over weer en wind, licht en lucht, kledij en huisraad, dieren
en personen…

Dat sluit goed aan
bij de gulzige zucht van Geert naar het allermooiste van de taal met veelal
bijna vergeten juweeltjes van onze taal. Het is soms een stokoude woordenschat als
“bedoening, hoefstal, maartje, nageldrukking, ventjager”. Veelal ook

sfeerscheppende
Oostendse woorden als “krieper, lapkoes, puiden, poester, Schotse schullen…” Ze
komen zeker het werk ten goede.

Is het boek wel een
roman? Een historische roman? Een leerboek? Een geschiedenisboek? Een
wikipedia? Het heeft wat van dat alles!

Zo’n roman
veronderstelt ook een zware voorstudie, zeer veel opzoekingswerk over die verleden
tijd. Je moet je immers volledig kunnen wentelen in de toenmalige gewoonten en
mode. Je moet als het ware in die tijd geleefd hebben…

Een flitsend verhaal
moest niet verwacht worden, daarvoor weten te weinig over Besage, maar Geert
heeft het zo aangepakt dat we via de opgroeiende Jacob die gehele tijd van na
het Beleg voorgeschoteld krijgen. ’t Leven van Jacob Besage is misschien wel
verlopen zoals Geert het in zijn rijkdoorspekte fantasie zag….

Het boek zweemt
tussen een historische roman en fictie, en dat kon niet anders want er is zo
weinig gekend over Jacob Besage. Het leven van deze Oostendse held was trouwens
zo kort wat ook voor begrenzing in de roman gezorgd heeft.

Het moet wel moeilijk
geweest zijn om als iemand die zo veel aandacht heeft voor het anekdotische en
het detail om een boek structuur te geven. Lange inleiding maar die prikkelt
tot meer weten en verder lezen.

Maar de vondst te
beginnen met de straatnamen op Den Opex heeft geleid tot een wegglijden in die
vroegere 17de eeuw met weliswaar zware in de historie verdiepende
tussenkomsten. Dat wordt met veel zorg gebracht door de bijzonder dynamische Cornel
in een café op Den Opex.

De 25 hoofdstukken
worden ons toebedeeld als door een zeer geestdriftige leraar die daarbij orakelt
dat we toch die boeiende Oostendse geschiedenis moeten kennen en koesteren.

Geef Oostende waar
het recht op heeft: voor zo’n held – die Piet Heyn neerlegde - moet er interesse
zijn!


Twitter Facebook LinkedIn Volgen


VOORWOORD

KERSTBOOM

KERSTMARKT

LIJST VAN DEELNEMENDE AUTEURS

OOSTENDSE BOEKENBEURS

WEER VAN START